Te veel ‘gas’? Ook snelheidsovertredingen weldra beteugeld door steden en gemeenten
Te veel 'gas'? Ook snelheidsovertredingen weldra beteugeld door steden en gemeenten
Kort voor het uitbreken van de coronacrisis werd door de Vlaamse Regering en op initiatief van minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters op 5 maart 2020 nog een opmerkelijk ontwerp van decreet goedgekeurd betreffende diverse bepalingen over het algemeen mobiliteitsbeleid.
Het decreet in kwestie bepaalt onder meer dat steden en gemeenten voortaan zelf zullen kunnen instaan voor de vaststelling en bestraffing van (lichte) snelheidsovertredingen begaan op hun grondgebied. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van het inmiddels beruchte kader van de gemeentelijke administratieve sancties. (‘G.A.S.-boetes’)
Doelstelling wetgever: Verkeersveiligheid of het spijzen van de begroting?
Met het nieuwe decreet wil de Vlaamse regering naar eigen zeggen inzetten op een betere handhaving, met name in zones 30 en 50, en alzo een mentaliteits- en gedragswijziging van bestuurders in het verkeer bewerkstelligen.
In één adem wordt door haar collega, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers, evenwel een bijkomende bestaansreden van het ontwerpdecreet genoemd: De financiering van de gemeentekas.
“Deze maatregel is op nog een andere manier voordelig voor onze lokale besturen: ze zorgt voor substantieel extra middelen. Wie investeert in infrastructurele maatregelen wordt beloond.”
Een aantal gemeentebesturen overwegen nu reeds om extra geld vrij te maken voor nieuwe trajectcontroles en ANPR-camera’s, omdat ze op termijn wellicht een mooie extra inkomstenbron zullen opleveren.
Het voorgaande kan uiteraard de wenkbrauwen doen fronsen en zich de vraag doen stellen of het daadwerkelijk de verkeersveiligheid is die de prioriteit van de regering wegdraagt.
Uitbreiding toepassingsgebied G.A.S.
Evenwel is het niets nieuws om de vaststelling en bestraffing van bepaalde verkeersovertredingen toe te vertrouwen aan de steden en gemeenten.
Immers worden vandaag de dag al voor verscheidene verkeersinbreuken beroep gedaan op het G.A.S.-reglement; denk maar aan o.a. parkeerovertredingen of meer actueel, in het kader van de huidige covid-19-problematiek, de handhaving van het verbod op niet-essentiële verplaatsingen.
De Vlaamse Regering wil het toepassingsgebied van de ‘G.A.S.-boete’ nu dus nog verder uitbreiden naar snelheidsovertredingen.
Het decreet spreekt meer bepaald over inbreuken waarbij in een zone 30 of 50 maximaal 20 km/u te snel gereden wordt. De oplegging van een G.A.S.-boete zou enkel mogelijk zijn na de vaststelling van de inbreuk door een ‘automatisch werkende camera’ die volledig gefinancierd werd door de lokale overheid.
In gemeenten die beperkte snelheidsovertredingen opnemen in hun gemeentereglement of politieverordening, zullen overdreven snelheden gesanctioneerd kunnen worden met een administratieve sanctie waarvan het bedrag overeenstemt met de bedragen die geïnd worden in uitvoering van het KB van 19 april 2014 op de onmiddellijke inning, en varieert tussen 53 en 164 euro. De overtreder zal tegen de beslissing van de G.A.S.-ambtenaar in beroep kunnen gaan bij de politierechtbank.
Dit doet toch enkele vragen rijzen.
Politieke bevoegdheid bij bepaling en handhaving snelheidsbeperkingen
Opdat de Vlaamse Regering een dergelijke G.A.S.-boete voor snelheidsovertredingen in het leven zou kunnen roepen, is het vooreerst vereist dat zulk initiatief überhaupt binnen de gewestelijke bevoegdheid valt.
Daar waar de Wegverkeerswet en de Wegcode (en de respectieve handhaving ervan) in se federale bevoegdheden betreffen, zijn de gewesten sedert de meest recente staatshervorming wel bevoegd om zelf de snelheidsbeperkingen op de openbare weg (met uitsluiting van de autosnelwegen) te bepalen.
In principe kan het Vlaams Gewest de steden en gemeenten dus wel degelijk machtigen om hun gemeentereglementen in die zin uit te breiden naar snelheidsovertredingen.
Vaststellingen snelheidsinbreuken: Geen bijzondere bewijswaarde in het kader van G.A.S.
Verkeersovertredingen die beteugeld worden door een G.A.S.-boete kunnen niet enkel door politieambtenaren of -agenten worden vastgesteld, doch ook door veldwachters, gemeenteambtenaren en parkeerwachters, weliswaar elk binnen hun respectievelijke bevoegdheden.
In het geval van een verruiming van de G.A.S.-Wet naar snelheidsovertredingen, stelt zich dan ook de vraag naar de zgn. ‘bevoegde personen’.
Welke personen zullen juist instaan en verantwoordelijk zijn voor het uitlezen van de desbetreffende snelheidscamera’s? En wie maakt de vaststellingen over aan de sanctionerende ambtenaar of aan het Openbaar Ministerie?
Dit zijn ons inziens toch vraagstukken die door de wetgever nader verduidelijkt en uitgewerkt zullen moeten worden om de rechten van iedere burger en potentieel toekomstige overtreder te kunnen waarborgen.
Processen-verbaal inzake de vaststelling van verkeersovertredingen hebben immers principieel een zg. ‘bijzondere bewijswaarde’, wat maakt dat die vaststellingen gelden tot het bewijs van het tegendeel.
Maar, dit principe geldt niet voor de vaststellingen die aan de sanctionerende ambtenaar ter beoordeling voorgelegd worden. De vaststellingen die gedaan worden in het kader van een G.A.S.-procedure gelden namelijk louter ten titel van inlichting!
Het zal aldus in eerste instantie aan de sanctionerende gemeente zijn om voldoende bewijs van de overtreding in hoofde van een bepaalde persoon te leveren. Bij betwisting van de opgelegde G.A.S.-boete (waarna het dossier ter beoordeling voor de Politierechtbank komt) zal het aldus interessant zijn om na te gaan hoe de rechtbanken deze bewijslast van een snelheidsovertreding in het kader van een administratieve procedure zullen invullen.
Beteugeling recht op verweer door (beweerde) overtreder?
Voor verkeersovertredingen dient de sanctionerende ambtenaar binnen 15 dagen na ontvangst van de vaststellingen en binnen 2 maanden na de feiten de overtreder per gewone brief in te lichten omtrent de vastgestelde feiten en het bedrag van de administratieve boete.
Nadat de sanctionerend ambtenaar de overtreder heeft ingelicht, beschikt deze laatste over een termijn van 30 dagen om de hem voorgestelde boete te betalen, dan wel verweer in te dienen bij gewone brief.
Na verloop van de voormelde termijn van 30 dagen is geen verweer meer mogelijk en kan de administratieve boete desnoods gedwongen ten uitvoer worden gelegd.
Indien de beweerde overtreder (om reden van een recente adreswijziging of een fout door de postbode) niet tijdig kennis krijgt van de brief met de voormelde vaststellingen, beschikt hij aldus over geen enkele mogelijkheid meer om de inbreuk te betwisten en zijn onschuld te bewijzen; Dit in tegenstelling tot de voorziene rechtsmiddelen en waarborgen in de klassieke strafrechtelijke procedure.
Nog niet voor morgen?
Het ontwerp van verzameldecreet dient nog ter stemming te worden neergelegd bij het Vlaams Parlement. De bepalingen over de G.A.S.-boetes zullen echter pas effectief in werking kunnen treden op een datum die zal worden vastgelegd in een uitvoeringsbesluit van de Vlaamse regering.
Het voorgaande vormt alleszins enige stof tot nadenken en gebiedt minstens tot de nodige omzichtigheid alvorens de steden en gemeenten binnenkort massaal aan het sanctioneren van plaatselijke snelheidsovertredingen, en alzo aan het spijzen van de eigen begroting, slaan.
Mr. Robbe PUTSEYS
27 april 2020