Vrijspraak voor ogenschijnlijke alcoholintoxicatie en dronkenschap achter het stuur

vrijspraak politierechtbank advocaat

Vrijspraak voor ogenschijnlijke alcoholintoxicatie en dronkenschap achter het stuur

De heer B. diende zich voor de Politierechtbank van Leuven te verantwoorden omdat hij ervan werd verdacht zijn voertuig te hebben bestuurd in staat van alcoholintoxicatie en dronkenschap. Ter zitting liet hij zich bijstaan door één van onze gespecialiseerde advocaten.

Feiten

Op een dinsdagochtend fietste een vrouw naar haar werk en zag zij op een gegeven ogenblik de bestelwagen van de heer B. in het midden van het fietspad geparkeerd staan. In dat voertuig zag zij een slaperige, verwarde man achter het stuur zitten. Zij verwittigde hierop onmiddellijk de politiediensten.

Ter plaatse troffen de inspecteurs de bestelwagen aan, maar konden zij nergens een bestuurder aantreffen. Het voertuig was niet slotvast en in de laadruimte vonden zij verschillende lege blikjes bier.

Niet veel later ontvingen zij bericht van een collega dat deze de heer B. had aangetroffen op een nabij gelegen parking, op zoek naar zijn voertuig. Hij had zijn autosleutel op zak en er was niemand met een reservesleutel.

De heer B. gaf de inspecteurs een verwarde indruk, rook naar alcohol, liep wankel op zijn benen en blies maar liefst 1,75 promille.

In de gegeven omstandigheden kon het volgens de inspecteurs niet anders dan dat de heer B. zijn bestelwagen in deze toestand had bestuurd, en vormde dat volgens hen een verklaring waarom het voertuig volledig foutief op het fietspad stond geparkeerd.

Vrijspraak

De Wegverkeerswet stelt het alcoholverbruik in het wegverkeer strafbaar, maar om zich hieraan schuldig te maken, moet worden aangetoond dat men met een bepaalde alcoholconcentratie in het lichaam of in staat van dronkenschap een voertuig op enige manier in beweging heeft gebracht.

Het gegeven dat een persoon achter het stuur van een geparkeerd voertuig wordt aangetroffen, betekent niet noodzakelijk dat die persoon een bestuurder was in de zin van artikel 2.13 Wegcode. Indien niet bewezen is dat die persoon enige rijbeweging met dat voertuig heeft gemaakt, kan die persoon niet worden veroordeeld voor dronkenschap of alcoholintoxicatie, zelfs niet indien hij slapend achter het stuur van de wagen aangetroffen wordt en tekenen van dronkenschap of alcoholintoxicatie vertoont (zie bv. Politierechtbank Charleroi 22 december 2005, VAV2007, 212-213).

Op de zitting hamerde meester LEYSSEN er op dat in deze zaak nooit op enige wijze werd vastgesteld dat de heer B. effectief enige rijbeweging met zijn voertuig had gemaakt. Immers, uit de melding van de niet nader geïdentificeerde getuige, wiens verklaring de verdediging op geen enkele wijze kon verifiëren, kan men niet met zekerheid stellen of de heer B. het voertuig had bestuurd.

Weliswaar is het een begrijpelijke reflex om op basis van een deductieve redenering of een soort eliminatieredenering tot het besluit te komen dat het niet anders kan dan dat heer B. de bestuurder van zijn bestelwagen moet zijn geweest, maar er zijn tal van andere plausibele scenario’s die zich konden hebben voorgedaan in dewelke de heer B. niet de bestuurder van het voertuig was en waarvoor de in het strafdossier gedane vaststellingen minstens evenveel grondslag konden bieden.

De Politierechtbank trad de zienswijze van meester LEYSSEN bij en besloot de heer B. vrij te spreken op basis van gerede twijfel.

Neem direct contact op

U kunt ons altijd bereiken op:
T: +32 (0)3 369 28 10
E: info@mijnboete.be
WhatsApp: +32 (0)471 74 26 27

Boete berekenen

Bereken uw verkeersboete met onze gratis tool of chat rechtstreeks met een van onze juridische medewerkers.

Onze reviews



Hulp nodig?