Vrijspraak voor GSM-gebruik achter het stuur
Vrijspraak voor GSM-gebruik achter het stuur
De heer J. B. diende zich te verantwoorden voor de Politierechtbank te Halle voor het gebruik van een GSM-toestel achter het stuur.
Conform art. 8.4 Wegcode mag een bestuurder, behalve wanneer zijn voertuig stilstaat of geparkeerd is, geen gebruik maken van een draagbare telefoon die hij in de hand houdt.
Opdat een bestuurder kan veroordeeld worden voor art. 8.4 Wegcode dienen er aldus twee voorwaarden vervuld te zijn:
1) De bestuurder moet het GSM-toestel gebruiken
2) De bestuurder moet het GSM-toestel in de hand houden
In het proces-verbaal stond beschreven dat de verbalisanten hadden vastgesteld dat de heer J. B. “zijn mobiel telefoontoestel manipuleerde met de rechterhand terwijl hij stuurde”.
Mr. Tahnee DE SMET merkte op dat uit het proces-verbaal niet blijkt dat de heer J. B. zijn GSM-toestel ook effectief in de hand hield terwijl hij zijn voertuig bestuurde en dat er aldus niet aan de voorwaarden van art. 8.4 Wegcode was voldaan.
De heer J. B. werd dan ook geheel terecht vrijgesproken voor deze tenlastelegging.
In een recent arrest van 14 januari ll. heeft het Hof van Cassatie de voorwaarden van art. 8.4 Wegcode echter aangescherpt.
Het Hof stelt in haar arrest dat het begrip “gebruik” niet wordt beperkt tot een welomschreven handeling, zoals bellen of SMS’en en dat het in de hand houden door een bestuurder van een draagbare telefoon tijdens het rijden impliceert dat dit toestel wordt gebruikt.
In de praktijk wordt de voorwaarde omtrent het “gebruik” van het GSM-toestel hierdoor volledig uitgehold.
Het volstaat thans voor het Openbaar Ministerie om aan te tonen dat een bestuurder zijn GSM-toestel in de hand hield.
Het is dan ook aangewezen om steeds uw proces-verbaal goed te analyseren.
Onze gespecialiseerde advocaten kunnen u hiermee steeds helpen.
Mr. Tahnee DE SMET
2 maart 2020